Fase 1: de Clean Up
Het mooie, en tegelijkertijd verraderlijke, van autokosten is dat ze door meer dan honderd verschillende factoren beïnvloed worden. Die factoren zijn dan ook nog eens links- of rechtsom aan elkaar gelieerd, zodat ingrijpen op een specifieke autokostenpost vaak leidt tot onvermoede bij-effecten, zowel in positieve als negatieve zin.
Een goede clean-up is dan ook vooral een volledige clean-up. Door stelselmatig en gelijktijdig door alle kostenbeïnvloeders heen te lopen ontstaat er een integraal beeld van besparingsmogelijkheden binnen het wagenpark. De kostenbeïnvoeders zijn onder te verdelen in 5 aandachtsgebieden. In onderstaande alinea’s zijn per aandachtsgebied ook de veelvoorkomende verbeterpunten genoemd:
Beleid
Een open deur, maar toch vermeld. Uw auto- (of breder: uw mobiliteits-) beleid, bepaalt welke mensen in welke auto’s rijden. Dat kunnen leaseauto’s zijn, maar ook eigen auto’s op basis van kilometerdeclaratie. Meestal is de auto- of mobilieteitsregeling de juiste plek om het beleid in vast te leggen. Ieder wagenpark zou met een beleid moeten beginnen, maar dat gebeurt nooit. Een wagenpark begint gewoon met een paar auto’s, en het beleid wordt daar later aangeplakt. Het is gezond om dat jaarlijks te evalueren en te verbeteren.
Veel voorkomende verbeterpunten:
- Noodzaak van toekenning van auto’s (zijn alle auto’s nodig?)
- De methodiek om de auto te koppelen aan een berijder (normleasebedrag)
- De mogelijkheid om kosten door te belasten aan bestuurders
- Het omslagpunt van kilometerdeclaratie naar auto van de zaak
Inkoop
Bij het inkopen van leasecontracten zijn de voorwaarden en tarieven van de leasemaatschappij van belang, maar ook het aantal leasemaatschappijen dat u contracteert. Het selecteren van twee leasemaatschappijen heeft als groot voordeel dat zij er belang bij hebben om voor elke nieuwe auto scherp te calculeren. Daarnaast maakt u maximaal gebruik van het prijsverschil tussen de maatschappijen onderling.
Kijk kritisch naar:
- Hoe en onder welke condities de leasetarieven kunnen wijzigen t.o.v. het contract
- De noodzaak van de aanwezigheid van alle leasecomponenten
- De mogelijkheid om het verzekeringstarief te koppelen aan de schadelast
- De mogelijkheid om zelf centrale inkoopafspraken te maken op auto’s en/of brandstof
- Hoogte van de kosten die buiten het leasetarief kunnen worden doorbelast
Inzet
Het inzetten van auto’s lijkt vanzelf te gaan na het aangaan van een nieuwe mantelovereenkomst. De contractvariabelen waaronder de auto’s worden ingezet bepalen echter voor een groot deel het kostenniveau.
Let vooral op:
- De gehanteerde looptijden (langer doorrijden is meestel goedkoper)
- Het gehanteerde eindkilometrage
- De gehanteerde brandstof (omslagpunten kunnen sterk verschillen per automerk en model)
- De juistheid van het door de berijder opgegeven jaarkilometrage
Beheer
De kosten van het beheer zijn vaak verborgen. Ze maken integraal deel uit van het leasetarief en binnen de klantorganisatie is wagenparkbeheer vaak een nevenfunctie. “Die uren betalen we toch al”, is dan de gedachte. Toch zijn er vaak interessante indirecte besparingen te behalen door het beheer onder de loep te nemen.
Wees scherp op:
- De controleprocedure voor facturen en leaseoffertes
- Taken die mogelijk door de leasemaatschappij kunnen worden uitgevoerd
- Taken die mogelijk door de berijder zelf kunnen worden uitgevoerd
- Taken die nu bij de berijder liggen (vergelijken van offertes) maar daar niet thuishoren
Gebruik
De bestuurder is de laatste, maar zeker niet de minst bepalende factor in de autokosten. Allereerst via de brandstofkosten, maar hij of zij bepaalt ook in grote mate de hoogte van de reparatie- en onderhoudskosten, bandenslijtage en schadekosten. In een leasetarief worden deze weliswaar afgedekt door de leasemaatschappij, maar structurele kostenafwijkingen kunnen wel eens worden aangegrepen om het leasetarief voor de huidige (of volgende auto) hoger in te schalen.
Bekende verliesposten:
- Het gebruik van premium-brandstoffen zoals Shell V-power of BP Ultimate
- Bestuurders met extreem veel of weinig kilometers
- Bestuurders met afwijkend schadegedrag
Door systematisch en gelijktijdig naar al deze gebieden (beleid, inkoop, inzet, beheer en gebruik) te kijken legt u de basis voor een maximaal besparingsresultaat. Deze zaken lijken los van elkaar te staan, maar zijn wel degelijk van elkaar afhankelijk. U kunt uw berijders bijvoorbeeld keurig opvoeden om zo min mogelijk schades te maken, maar als de verlaagde schadelast vervolgens in de zakken van de leasemaatschappij verdwijnt, heeft u daar uiteindelijk bitter weinig aan gehad. Ander voorbeeld: U kunt de leasecontracten buitengewoon scherp inkopen, maar als de auto vervolgens op een te korte looptijd en ook nog een verkeerde brandstof wordt ingezet dan loopt het geld alsnog de verkeerde kant op.
Zijn de verbeterpunten eenmaal in kaart gebracht dan volgt de daadwerkelijke clean-up. Deze bestaat meestal uit het vastleggen van aangepast beleid en achtereenvolgens uitgevoerde aanbesteding, procesrevisie en implementatie. Het verbeteren van de inkoopvoorwaarden is soms ook mogelijk door een ‘goed gesprek’ te voeren met de bestaande leasemaatschappij, maar in 95% van de gevallen blijkt de druk van een aanbesteding nodig om echt te komen tot een marktconforme tarieven en voorwaarden.